Een bijzondere ontdekking: een 19de-eeuws poppenwinkeltje

Een bijzondere ontdekking: een 19de-eeuws poppenwinkeltje

Hoe een stuk speelgoed in een modetentoonstelling de experts aan het denken zet en een bron van informatie betekent.

De ontdekking

Soms is het zo’n dag: onverwacht kom je iets bijzonders tegen. Dat overkwam museumdirecteur Dingeman Kuilman tijdens een bezoek aan het museumdepot. In aanloop naar ‘Gedragen verhalen – Mode en kostuum rond 1900’ deed hij een ontdekking.
‘Modehandlung’, ofwel Modemagazijn, staat er op de gevel van dit poppenwinkeltje. Het 19de-eeuwse kinderspeelgoed prijkt na restauratie door papierrestaurator Peter Kipp en textielrestaurator Marijke de Bruijne nu in de tentoonstelling.

In de 19de eeuw waren kinderen dol op poppenhuizen en miniatuurspeelgoed. Dit miniatuurwinkeltje is een variant op het poppenhuis en zeer waarschijnlijk gemaakt tussen 1860-1880. Het modemagazijn is in 1935 door ene mejuffrouw E. Loder aan Stichting Stedelijk Museum geschonken.

Compleet en gedetailleerd

De compleetheid en gedetailleerdheid van alles wat erbij hoort is ongelofelijk. Van de winkelinrichting en kledingstukken tot de verkoopster aan toe: alles is met veel oog voor detail gemaakt. Sits, zijde, kantjes, bandjes en katoen met uiteenlopende motieven - textielrestaurator Marijke de Bruijne viel van de ene verbazing in de andere.

Maar liefst 58 bedrukte katoentjes, drie sitsen, twee zijden ruitjes en één wollen ruitje: in totaal 64 verschillende stoffen! En dan hebben we het alleen nog maar over de ‘platte rollen’. Op andere rollen zijn nog meer stofjes gebruikt en ook voor de miniatuurkleding: rokken, schoudermantels, japonnen en schorten en natuurlijk op het popje zelf. De afwisseling is enorm.

Het grootste deel van het winkelassortiment bestaat uit bedrukte katoentjes. Strepen, ruiten, bloemen en geometrische motieven: alles is hier te vinden. Heel populair waren kleine fantasiepatroontjes die opvallend modern aandoen. Extra bijzonder is dat verschillende motieven aanwezig zijn in diverse kleurstellingen. Normaal kom je dat in 19de-eeuwse kleding niet tegen, het gaat eigenlijk altijd om één kleuruitvoering.

Topstukken

De topstukken van de winkelinventaris zijn twee miniatuur japonnen. Een ervan is gemaakt van een dunne katoen, bedrukt met een heel klein rood motiefje dat met het blote oog nauwelijks te zien is. Er hoort een schoudermantel in dezelfde stof bij en beide zijn afgezet met een strookje kant. De andere crèmekleurige miniatuur japon is gemaakt van dunne zijde met ingeweven meerkleurige motiefjes. De motieven van deze miniaturen zijn eigenlijk te klein voor een gewoon kledingstuk. Mogelijk werden ze speciaal gemaakt voor miniatuurkleding.

Verder onderzoek

Er is inmiddels veel bekend over dit mooie speelgoed. Tegelijk levert het onderzoek ook vragen op die wellicht door nader onderzoek beantwoord kunnen worden. Voor wie is het winkeltje gemaakt? Is het een miniatuurversie van een winkel die echt heeft bestaan? Waar komen de stoffen vandaan? Hoe is het precies in het museum beland en wat kunnen we ervan leren?